Verpleegkundig rekenen - hoe doe je dat?

6 essentiële rekensommen voor verzorgenden: van medicatieberekeningen tot voedingsdoses


Rekenen in de zorg

Het ABC van rekenen in de zorg: hoe vind je als verzorgende juiste dosering?

Als verzorgenden zijn we elke dag bezig met het zorgen voor anderen. Maar wat veel mensen niet weten, is dat achter de schermen ook wat rekenwerk komt kijken. Of het nu gaat om het uitdokteren van de juiste hoeveelheid medicatie, het instellen van intraveneuze vloeistoffen, het afstemmen van voedingsdoses op individuele behoeften, of het aanpassen van doseringen op basis van patiëntkenmerken, rekenen is een cruciaal onderdeel van ons werk.

Dus, laten we eens kijken naar de wereld van rekenen in de zorg. Vergeet die saaie wiskundelessen van vroeger – hier gaat het om het echte werk, met echte mensenlevens op het spel!

Medicatieberekeningen: het recept voor succes

Laten we beginnen met medicatieberekeningen. Stel je voor: je hebt een patiënt die 500 mg paracetamol nodig heeft, maar de tabletten die je hebt zijn slechts 250 mg. Hoeveel tabletten moet je ze dan geven? Dat is waar de magie van rekenen begint. Antwoord: Voor 500 mg paracetamol zijn 2 tabletten van 250 mg nodig.

Maar het gaat niet alleen om het verdubbelen van de dosis. Wat als je een patiënt hebt die 70 kg weegt en een antibioticum nodig heeft dat gedoseerd is op 10 mg/kg? Dan moet je niet alleen weten hoeveel medicatie je totaal nodig hebt, maar ook hoeveel je per kilo moet geven.

Antwoord: De patiënt heeft 700 mg (10 mg/kg * 70 kg) antibioticum nodig.

Intraveneuze vloeistoffen: druppels die tellen

Oké, laten we het nu hebben over intraveneuze vloeistoffen. Het klinkt misschien simpel – een zakje ophangen en klaar – maar geloof me, er komt meer bij kijken dan je denkt! Stel je voor dat je een infuus moet instellen om 1000 ml vocht gedurende 8 uur toe te dienen. Maar hoeveel moet je per uur toedienen? En wat als je patiënt maar 20 druppels per minuut kan verdragen? Elke druppel telt, toch?

Laten we het wat praktischer maken. We hebben een patiënt die gedurende 8 uur 1000 ml vocht moet krijgen. Dat betekent dat we de totale hoeveelheid moeten verdelen over die 8 uur, dus delen we 1000 ml door 8 uur en vinden we dat we 125 ml per uur moeten toedienen. Dat is de snelheid van onze infusie.

Maar wacht even, laten we niet vergeten die druppels te tellen! Stel dat we een standaardinfuus hebben waarbij elke milliliter 15 druppels bevat. Als we willen weten hoeveel milliliter we per uur moeten toedienen, delen we gewoon de snelheid van onze infusie door het aantal druppels per milliliter. Dus, als we 125 ml per uur toedienen en elke milliliter 15 druppels bevat, betekent dit dat we elke minuut 20 druppels moeten laten druppelen om de juiste snelheid te behouden. En dat is hoe we het doen!

Met een beetje rekenwerk en een flinke dosis precisie kunnen we ervoor zorgen dat onze patiënten precies de juiste hoeveelheid vloeistoffen krijgen om hen op de weg naar herstel te helpen. En dat is waar het allemaal om draait in de wereld van intraveneuze vloeistoffen – druppels die tellen, elke keer weer.

Voedingsberekeningen: de brandstof van het lichaam

Voeding is de brandstof waarop ons lichaam draait. En als verzorgenden zijn we verantwoordelijk voor het zorgen dat onze patiënten de juiste brandstof binnenkrijgen. Van het bepalen van de caloriebehoefte tot het berekenen van de juiste hoeveelheid voedingssupplementen, we moeten rekenen als een chef-kok in de keuken.

Laten we eens praten over voedingsberekeningen. Je zou kunnen denken dat het gewoon draait om het opscheppen van een maaltijd, maar als verzorgenden hebben we de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat onze patiënten de juiste brandstof binnenkrijgen om hun lichaam draaiende te houden.

Stel je voor dat we een patiënt hebben die een specifieke voedingsformule nodig heeft, en laten we zeggen dat ze 2000 ml van die formule per dag moeten krijgen. Hoe verdelen we dat over de maaltijden? Het is als een puzzel waarvan we de stukjes moeten vinden en in elkaar moeten passen.

Dus laten we het uitrekenen. We weten dat onze patiënt 2000 ml van de voedingsformule per dag moet krijgen. Laten we zeggen dat ze drie maaltijden per dag krijgen. Dat betekent dat we de 2000 ml moeten verdelen over die drie maaltijden. Dus, als we elke maaltijd evenveel willen geven, delen we 2000 ml door 3 en vinden we dat elke maaltijd ongeveer 667 ml van de voedingsformule moet bevatten.

Vergeet echter niet dat we ook rekening moeten houden met eventuele andere voeding die de patiënt krijgt, zoals drankjes of tussendoortjes. We willen er zeker van zijn dat we de totale calorieën en voedingsstoffenbalans in de gaten houden. Dus misschien moeten we de formule een beetje aanpassen op basis van wat ze nog meer eten.

Met een beetje puzzelen en wat rekenwerk kunnen we ervoor zorgen dat onze patiënten precies de juiste hoeveelheid voeding krijgen om hen te helpen sterker en gezonder te worden. En dat is waar het allemaal om draait als het gaat om voedingsberekeningen – de perfecte mix vinden om onze patiënten op de goede weg te helpen.

Bloedsuiker- en insulineberekeningen: zoet & stevig

Laten we het nu hebben over bloedsuiker- en insulineberekeningen. Dit is als jongleren, maar dan met cijfers in plaats van ballen! We moeten precies weten hoeveel insuline een patiënt nodig heeft op basis van hun bloedsuikerniveau, en dat kan een behoorlijke uitdaging zijn.

Stel je voor dat je een patiënt hebt met diabetes en hun bloedsuikerspiegel is hoger dan normaal. Ze hebben insuline nodig om het weer onder controle te krijgen. Maar hoeveel insuline moeten we ze geven? Het is als een delicate dans waarbij we de juiste hoeveelheid moeten vinden om de balans te herstellen.

Laten we het uitzoeken. We weten dat de bloedsuikerspiegel van onze patiënt te hoog is en dat ze insuline nodig hebben. Laten we zeggen dat hun bloedsuikerspiegel 250 mg/dL is en dat we willen dat deze terugkeert naar een veilig niveau van 100 mg/dL. Hoeveel insuline hebben we nodig om dit te bereiken?

We gebruiken een formule die ons vertelt hoeveel insuline we moeten geven op basis van de bloedsuikerspiegel van de patiënt. Laten we zeggen dat deze formule ons vertelt dat we 1 eenheid insuline moeten geven voor elke 50 mg/dL boven de 100 mg/dL. Dus, voor een bloedsuikerspiegel van 250 mg/dL, hebben we 3 eenheden insuline nodig om terug te keren naar het veilige niveau van 100 mg/dL.

Maar laten we niet vergeten dat dit slechts een ruwe schatting is. We moeten ook rekening houden met factoren zoals de gevoeligheid van de patiënt voor insuline, hun gebruikelijke insulinedoseringen en eventuele andere gezondheidsproblemen die van invloed kunnen zijn op hun reactie op insuline.

Percentageberekeningen: de juiste mix vinden

Laten we het hebben over percentageberekeningen. Soms moeten we medicijnen verdunnen tot de perfecte concentratie, of een oplossing maken die precies de juiste sterkte heeft. Het is als het maken van een cocktail – alleen dan met medicatie in plaats van alcohol!

Stel je voor dat je een medicijn hebt dat moet worden verdund tot een bepaald percentage. Laten we zeggen dat je een oplossing nodig hebt die 10% van dat medicijn bevat. Maar hoe maak je zo’n oplossing? Het is als het mengen van ingrediënten in een recept – je moet de verhoudingen precies goed krijgen.

Laten we het uitzoeken. Laten we zeggen dat we een medicijn hebben dat een concentratie van 50% heeft. We willen een oplossing maken die slechts 10% van dit medicijn bevat. Hoeveel moeten we verdunnen om dit te bereiken?

We gebruiken een simpele formule om dit uit te zoeken. Laten we zeggen dat we 100 ml van onze 50% oplossing hebben. Als we willen dat 10% van deze oplossing het medicijn bevat, betekent dit dat we slechts 10 ml van het medicijn willen behouden. Dus, we moeten de oplossing verdunnen tot een totaal van 1000 ml, waarvan 10 ml het medicijn is en de rest (990 ml) de verdunningsvloeistof.

Verder moeten we niet vergeten dat we nauwkeurig moeten meten en mixen om ervoor te zorgen dat onze oplossing de juiste concentratie heeft. Een kleine fout kan grote gevolgen hebben voor de effectiviteit van het medicijn.

Doseringen aanpassen op basis van patiëntkenmerken: maatwerk voor iedereen

Last but not least, laten we het hebben over doseringen aanpassen op basis van patiëntkenmerken. Elke patiënt is uniek, en hun behoeften kunnen variëren op basis van factoren zoals gewicht, leeftijd, nierfunctie en allergieën. Het is onze taak om elke dosis maatwerk te maken om ervoor te zorgen dat onze patiënten de beste zorg krijgen die ze verdienen.

Stel je voor dat je een patiënt hebt die een bepaald medicijn nodig heeft. Maar voordat je de dosis kunt bepalen, moet je rekening houden met verschillende factoren. Laten we zeggen dat je een antibioticum moet geven aan een patiënt met een nierprobleem. Hoe pas je de dosis aan om ervoor te zorgen dat het veilig is voor hun specifieke situatie?

Laten we dit eens bekijken. Normaal gesproken zou je een standaarddosis van het antibioticum voorschrijven aan een patiënt zonder nierproblemen. Maar omdat deze patiënt een verminderde nierfunctie heeft, moeten we de dosis aanpassen om ervoor te zorgen dat het medicijn veilig wordt geëlimineerd en geen schade veroorzaakt.

We zouden de dosis moeten verlagen op basis van de nierfunctie van de patiënt. Dit kan betekenen dat we minder medicijn geven of een langere tijd tussen de doses wachten om opbouw van het medicijn te voorkomen. Het is een delicate balans die we moeten vinden om ervoor te zorgen dat onze patiënten de juiste behandeling krijgen zonder onnodige risico’s te lopen.

Hou je ook rekening met andere factoren, zoals allergieën of interacties met andere medicijnen die de patiënt gebruikt? Mooi zo. Het is een complex proces dat veel zorgvuldigheid vereist, maar het is de sleutel tot het leveren van hoogwaardige zorg aan elke patiënt.

Met een scherp oog voor detail en een flinke dosis empathie kunnen we ervoor zorgen dat elke dosis maatwerk is, afgestemd op de specifieke behoeften van elke patiënt. En dat is waar het allemaal om draait als het gaat om doseringen aanpassen op basis van patiëntkenmerken – het leveren van maatwerkzorg die het verschil kan maken tussen genezing en complicaties.

Dus daar heb je het – het ABC van rekenen in de zorg. Het is niet altijd makkelijk, maar met een beetje oefening en veel toewijding kunnen we de rekenkoningen en -koninginnen van de zorgwereld worden. En dat is een titel waar we trots op kunnen zijn!

Tip!

Hoe meer je oefent, hoe makkelijker het wordt. Bij Meneer Megens kan je alles leren over en oefenen met verpleegkundig rekenen.